In 2010 is de deelgeschilprocedure ingevoerd. Deze procedure is ingevoerd om tot vereenvoudiging van de buitengerechtelijke afhandeling van letsel- en overlijdensschade te komen. Een deelgeschilprocedure is een procedure bij de rechter, waarbij slechts één aspect van de letselschadezaak ter beoordeling aan de rechter wordt voorgelegd. Aan de rechter kan bijvoorbeeld worden verzocht om zich uit te laten over de aansprakelijkheid, het causaal verband en de schade of een schadepost. Een deelgeschilprocedure heeft vaak de bedoeling om de onderhandeling op een bepaald punt in de procedure te bespoedigen.
Met de invoering van de deelgeschilprocedure is erg tegemoet gekomen aan het slachtoffer van een letselschadezaak en/of aan de nabestaande van een overlijdensschade. Zonder deelgeschilprocedure zou voor de gelaedeerde immers alleen de weg naar de civiele rechter door middel van een bodemprocedure openstaan. Het risico op een hoge proceskostenveroordeling stond een gelaedeerde vaak in de weg van het starten van een procedure. Artikel 1019aa Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering komt het slachtoffer daarin echter tegemoet. In dat artikel is immers bepaald dat de redelijke kosten van het slachtoffer die gemaakt worden in verband met het voeren van de deelgeschilprocedure door de aansprakelijke partij moeten worden voldaan. Het slachtoffer kan ook niet in de kosten van de verzekeraar worden veroordeeld indien de beschikking van de deelgeschilrechter voor hem negatief uitvalt (zie lid 3 van voornoemd artikel). Door dit op deze manier in de wet overeen te komen, wordt de drempel aanzienlijk verlaagd voor de gelaedeerde om naar de rechter te stappen.
Uiteraard kunnen ook advocaatkosten worden toegewezen in een deelgeschilprocedure. Voor toewijzing van de door het slachtoffer in verband met de procedure gemaakte advocaatkosten is wel vereist dat het slachtoffer de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Als het slachtoffer de kosten niet heeft gemaakt, lijdt het slachtoffer geen schade. Het maakt echter niet uit of het slachtoffer de kosten nog niet heeft voldaan. Het maakt niet uit of een cliënt procedeert op basis van een toevoeging.
De wet op de rechtsbijstand biedt de mogelijkheid voor financieel onvermogenden om zich van juridische bijstand te voorzien. Deze kosten worden in beginsel vergoed, omdat artikel 34g lid 1 aanhef en sub a van de Wet op de Rechtsbijstand bepaalt dat de toevoeging met terugwerkende kracht wordt ingetrokken als de rechtszoekende de kosten van rechtsbijstand kan verhalen op een derde. De toevoeging wordt bovendien ingetrokken als een geldsom is toegewezen van tenminste 50% van het heffingsvrij vermogen. Indien de aansprakelijkheid vaststaat, zullen de kosten van de procedure, ook als het slachtoffer op toevoegingsbasis procedeert moeten worden toegewezen.
Het lijkt erop alsof er alleen maar voordelen kleven aan een deelgeschilprocedure. Niet is echter wat het lijkt. Tegen een beschikking van een deelgeschilrechter staat geen hoger beroep open. Een deelgeschil heeft daardoor een definitieve uitkomst voor dat deel van het geschil. Dit kan daardoor alleen nog worden gecorrigeerd in een bodemprocedure, maar ook dan is de rechter gebonden aan het oordeel van de deelgeschilprocedure.
Heeft u vragen over een deelgeschilprocedure? Wenst u zelf een deelgeschilprocedure te starten? Neem dan contact op.