Indien je slachtoffer bent geworden van een strafbaar feit kan dit tot gevolg hebben dat je schade hebt geleden. Dit kan fysieke schade (materiële schade) zijn, maar ook de schade die je lijdt of hebt geleden vanwege het mentale leed, het verdriet of de pijn die je ervaart of hebt ervaren door het strafbaar feit. Degene die schade heeft geleden als gevolg van een strafbaar feit wil dat deze schade wordt vergoed door de verdachte. Soms kan deze schade oplopen in duizenden euro’s. Je kunt in dit kader uiteraard zelf een proces starten tegen de verdachte (de verdachte aansprakelijk stellen en bij geen reactie een (civiele) procedure starten). Deze procedures zijn echter vaak tijdrovend en erg duur. De wet komt het slachtoffer echter tegemoet.
In artikel 51f van het wetboek van strafvordering is namelijk bepaald dat diegene die rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van een strafbaar feit, zich ter zake van de schadevordering, kan voegen als benadeelde partij in het strafproces. Op de vordering van de benadeelde partij is het materiële burgerlijk recht van toepassing.
Met de mogelijkheid tot het instellen van een vordering door benadeelde partijen heeft de wetgever beoogd binnen het strafproces te voorzien in – kort gezegd – een eenvoudige en laagdrempelige procedure die ertoe leidt dat personen die schade hebben geleden als gevolg van een strafbaar feit zoveel mogelijk schadeloos worden gesteld.
De vordering dient evenwel geen onevenredige belasting van het strafproces te zijn en het dient om schade te gaan die rechtstreeks te herleiden is aan het strafbaar feit.
Een onevenredige belasting van het strafproces is aan de orde wanneer er bijvoorbeeld meer onderzoek ten aanzien van de vordering vereist is. Een voorbeeld van een vordering waar meer onderzoek voor vereist is, is de vordering van verlies aan inkomsten (ofwel verlies verdienvermogen). Dit soort vorderingen kunnen zich meer lenen voor het civiele recht en in dat geval heeft de rechter de mogelijkheid om de vordering niet-ontvankelijk te verklaren. Als de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard, dan blijft de weg naar de civiele rechter open. Dat is anders indien de rechtbank de vordering afwijst.
Het slachtoffer kan verschillende vorderingen indienen. In het voegingsformulier wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen een vergoeding voor materiële schade (vermogensschade) en een vergoeding voor immateriële schade (schade voor geleden pijn, ook smartengeld genaamd).
Heeft u vragen hierover? Wilt u bijstand van een advocaat omdat u slachtoffer bent geworden van een strafbaar feit? Neem dan contact op.