Advocaten en juristen zijn net mensen. Ook zij kunnen wel eens een fout maken. Echter wanneer door deze beroepsbeoefenaars een fout wordt gemaakt, kan dit grote consequenties hebben in het (juridische) leven van een persoon (natuurlijk of rechtspersoon). Wanneer iemand zich laat bijstaan door een kwakzalvend jurist, kan diegene schadevergoeding wensen en kan diegene behoefte hebben om de behandelend advocaat/jurist voor zijn/haar beroepsfouten aansprakelijk te stellen.
Zorgplicht:
Wanneer men een jurist/advocaat inschakelt, mag men verwachten dat diegene de zorgvuldigheid betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot wordt verwacht. Die plicht brengt mee dat een jurist/advocaat zijn/haar cliënt niet onnodig blootstelt aan voorzienbare en vermijdbare risico’s. Daarbij zij opgemerkt, dat indien een advocaat/jurist iemand adviseert over een te nemen beslissing dat diegene in staat wordt gesteld goed geïnformeerd te beslissen.
Uiteraard dient de vraag of en in welke mate een advocaat/jurist de cliënt behoort te informeren en te waarschuwen over een bepaald risico te worden beantwoord naar de omstandigheden van het geval. Enkele factoren die daarbij relevant (kunnen) zijn, zijn de volgende:
– de ernst en omvang van het betreffende risico;
– de mate van waarschijnlijkheid dat zich het risico zich zal realiseren, en
– de mate waarin de cliënt blijk heeft gegeven zich van het risico bewust te zijn.
Kortom komt deze toetsingsmaatstaf erop neer dat de advocaat/jurist moet handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk handelend en bekwaam beroepsoefenaar (de maatman) kan worden verwacht.
Het bovenstaande uit zich in het feit dat een cliënt informed consent dient te geven op de handelingen van een advocaat/jurist.
Een voorbeeld:
Indien een juridisch adviseur bijvoorbeeld een opdracht heeft aangenomen tot het onderhandelen van een overeenkomst, dan dient de cliënt niet alleen akkoord te hebben gegeven ten aanzien van de opdracht, maar ook ten aanzien van de inhoud (wat wordt er bijvoorbeeld naar de tegenpartij met betrekking tot die onderhandeling gestuurd?). Een enkele consent ten aanzien van de opdracht om die onderhandeling te starten, geeft de advocaat/jurist aldus geen vrijbrief ten aanzien van de inhoud van de in dit voorbeeld gestarte onderhandeling.
Verwachtingen:
Een en ander gaat ook gepaard met het scheppen van verwachtingen. Een jurist/advocaat die een bepaalde opdracht aanneemt, wekt bij het aannemen van die opdracht de verwachting dat hij/zij de capaciteiten heeft om de cliënt in de kwestie goed juridisch te ondersteunen. Heeft de advocaat/jurist de kennis niet? Dan kan de behandelend advocaat/jurist er beter voor kiezen om de opdracht niet aan te nemen.
Specialist:
Het scheppen van verwachtingen is met name van belang wanneer een advocaat zich voordoet als specialist op een bepaald rechtsgebied. Advocaten staan immers vaak als specialist op bepaalde rechtsgebieden ingeschreven binnen de orde van advocaten. Van een specialist mag men immers meer verwachten, dan van een advocaat die zich niet als zodanig profileert (zie in dat kader de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, 17 maart 2010, ECLI:NL:RBROT:2010:BL8874 en ECLI:NL:RBROT:2011:BP6995).
Uurtarief en het kantoor:
Een andere factor die kan meewegen in de vraag welke verwachting kan worden geschept is het uurtarief van een jurist/advocaat en het kantoor waar de adviseur bij werkzaam is. Van een gerenommeerd kantoor met een bijpassend, vaak hoog uurtarief, kan immers meer worden verwacht dan een kantoor “op de hoek” met een lager uurtarief.
Heeft u vragen hierover? Neem dan contact op.